Verenwet
Artikel 14
1
Vervallenverklaring op de in art. 13 onder 1 en 2 omschreven gronden kan niet worden uitgesproken, indien de gerechtigde tot het veerrecht aantoont, dat hij aan de verboden handelingen of aan het niet dagelijks of niet voldoende bedienen van het veer naar redelijkheid geen schuld heeft.
2
Vervallenverklaring op de in art. 13 onder 2, 3 en 4 omschreven gronden kan slechts worden uitgesproken, indien de gerechtigde tot het veerrecht aan een bevel tot betere bediening van het veer, verbetering der toegangen of beter onderhoud van de brug geen gevolg heeft gegeven binnen een daarbij gestelden bekwamen termijn.
3
Op dezelfde wijze moet op getrouwe naleving van de artt. 9 en 10 zijn aangedrongen, om tot toepassing van art. 13 onder 1, te kunnen overgaan.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.